Plosieven

Zie voor de betekenis van de fonetische symbolen de lijst met CGN Foneem labels

Plosieven

De Nederlandse plosieven zijn /p t k/ (stemloos) en /b d g/ (stemhebbend). Plosieven bestaan uit een sluiting (stop), waarbij er weinig of geen geluid is en 'druk' opgebouwd wordt in de mond, en een plof die ontstaat wanneer het spraakkanaal weer opengaat en de opgebouwde druk de lucht naar buiten duwt. Plosieven zijn meestal zeer goed te scheiden van andere fonemen. De begingrens van een plosief wordt gezet bij het begin van de sluiting. Vaak zijn er dan nog enkele sterk gedempte stembandtrillingen in de golfvorm te zien. De eindgrens wordt gezet bij het einde van de ruis van de plof.

Pauze voor of na een plosief

Omdat een plosief begint met een stilte (de stop) kan het erg lastig zijn het begin van een plosief te vinden als er een pauze aan vooraf gaat. Toch kan het vaak wel.

Het stiltedeel van een stemloze plosief begint met het afsluiten van het spraakkanaal en het opbouwen van de luchtdruk achter de afsluiting. Dit actieve sluiten is vaak te zien als een zwakke klik (ruis) in de golfvorm. Bij gewone pauzes is het spraakkanaal vaak niet afgesloten en wordt er geademd. De ademgeluiden zijn dan hoorbaar en zichtbaar in de golfvorm. De grens moet dan gezet worden na de laatst hoorbare en zichtbare (ruisige) signalen in de golfvorm, aan het begin van de stop.

Bij stemhebbende plosieven is er vaak een stem 'brom' hoorbaar (en zichtbaar)in de stop. De stembandtrillingen hoeven niet op hetzelfde moment te beginnen als de stilte. De grens wordt dan bij het begin van de sluiting gezet.

Als het begin van de stop echt niet gevonden kan worden, dan wordt de grens 150 ms voor de plof gezet. Als de stilte korter is, wordt de grens aan het begin van de stilte gezet.

Als de plosief gevolgd wordt door een pauze is er vaak nog een uitstroom van lucht hoorbaar na het einde van de plof. Omdat de mond openstaat is er nog een uitademing. Dit heet aspiratie. Aspiratie is geen onderdeel van de definitie van plosieven in het Nederlands (wel in, b.v., het Engels). Om nu de plosieven voor stilte te kunnen vergelijken met die voor spraak, wordt de aspiratie hier niet tot de plosief gerekend. De grens wordt direct na het einde van de plof gezet.

Deze aspiratie wordt ook gevonden als de plof gevolgd wordt door een klinker. Ook hier wordt de aspiratie niet bij de plosief gerekend. Met behulp van de CoG weergave kan het punt gevonden worden waar de CoG contour glad wordt na de veranderingen door de plof. Op dit punt gaat het spectrum van de klinker dat van de plof overheersen en daar moet de grens gezet worden.

De plof

Omdat plosieven bestaan uit een stilte gevolgd door een heel korte puls, is het moeilijk om een geisoleerde plosief te identificeren. Bij het herkennen van plosieven gebruikt de luisteraar dan ook veel informatie uit de context. Erg belangrijk zijn de Klinker naar plosief en Plosief naar klinker overgangen. Omdat de luisteraar een plosief ook wel herkent zonder het geluid van de vaak zachte plof, laten sprekers die ook wel eens weg. In zo'n geval wordt de grens na de stilte gezet.

In Plosief naar plosief overgangen wordt vaak de plof van de eerste plosief niet uitgesproken. De Klinker naar plosief overgang klinkt dan als de eerste plosief (zonder plof), terwijl de Plosief naar klinker overgang klinkt als de tweede plosief (met plof). Als de plof van de eerste plosief niet aanwezig is, moet de grens in het midden van de stilte (stop) gezet worden.

Overgangen naar een plosief

Overgangen vanuit een plosief