|
Zie voor de betekenis van de fonetische symbolen de lijst met CGN Foneem labels
Een nasaal voor een plosief is vaak post-vokaal. Als de nasaal dan ook nog woord-finaal is, kan hij erg kort uitvallen en gedeeltelijk 'versmelten' met de voorafgaande klinker (vaak een schwa /@/). Dit maak de nasaal dan moeilijk te vinden als de volgende, woord-initiele, plosief stemhebbend is en ook nog dezelfde plaats van articulatie heeft.
Bij het begin van de stop wordt de huig afgesloten om druk op te bouwen voor de plof. Dit heeft meestal een duidelijk zichtbaar effect op de golfvorm. Bij stemhebbende plosieven kan het echter zijn dat de golfvorm van de gedempte stembandtrillingen in de stop er hetzelfde uitzien als die van de nasaal.
Het einde van het gladde deel van de nasaal is tevens de eindgrens van de nasaal. Zowel de stilte van de stemloze stop als de stembandtrillingen van de stemhebbende stops zien er anders uit in de CoG weergave.
Er is bijna altijd een duidelijk hoorbaar verschil tussen nasalen en stemhebbende stops. Soms is de nasaal echter zo kort dat het toch moeilijk te horen blijft.
© Rob van Son, October 5th, 2000