Fricatief naar fricatief

Zie voor de betekenis van de fonetische symbolen de lijst met CGN Foneem labels

Fricatief naar fricatief overgang

Het enige verschil tussen de geluiden van de verschillende Fricatieven zit in hun 'centrumfrequentie' (klankkleur) en hun luidheid. Hierbij zijn de stemhebbende fricatieven zachter, zowel in luidheid als in klankkleur, dan de stemloze fricatieven (die 'scherper' klinker).

Het is bij de meeste Foneemklassen onmogelijk om twee exemplaren naast elkaar in dezelfde syllabe te hebben. Fricatieven vormen de uitzondering. De /s/ kan zowel 'buiten' andere fricatieven komen in dezelfde syllabe: 'sfeer', 'schip', 'herfst', 'ergst'.

De golfvorm

De spectrale verschillen tussen fricatieven zijn in het algemeen moeilijk te zien in de golfvorm. De spectrale verschillen tussen stemhebbende en stemloze fricatieven zijn wat duidelijker. Dit effect wordt, gedeeltelijk, teniet gedaan door de veelvoorkomende assimilatie van stem van fricatieven. D.w.z., een stemloze en stemhebbende fricatief naast elkaar veranderen vaak zodanig dat hun stemkarakteristieken dezelfde worden.

De spectrale verschillen tussen fricatieven gaan altijd gepaard met verschillen in luidheid. Daarom zijn er bijna altijd wel veranderingen te vinden in de golfvorm die de overgang van het ene segment naar het andere aangeven. Problemen ontstaan wanneer de uitspraken zodanig gaan overlappen dat een van de twee fricatieven niet 'goed' uitgesproken wordt. Ook kunnen er soms, bij |s|f| of |f|s| overgangen, korte tijd twee ruisbronnen tegelijk zijn omdat de tong en de lippen onafhankelijk kunnen bewegen.

De CoG

De CoG weergave van de fricatieven is meestal erg grillig (ruisig). Toch beweegt de curve zich voor iedere fricatief in een ander gebied. Meestal is de volgorde (van hoog naar laag) /f s x h/ en /v z G/. Maar de hoogte van de CoG is gedeeltelijk ook afhankelijk van de luidheid. Daarom kan de uiteindelijke volgorde anders zijn.

De CoG geeft een van de onderscheidende eigenschappen van fricatieven weer: de centrumfrequentie. Overgangen tussen fricatieven zijn daarom vrij goed te volgen met de CoG weergaven. In gereduceerde uitingen worden de fricatieven minder 'sterk' uitgesproken waardoor ze zachter en minder scherp worden. Zo kan er toch weer veel overeenkomst tussen de fricatieven ontstaan.

Op het gehoor

Fricatieven kunnen meestal zeer goed onderscheiden worden op het gehoor. Ook waar er nauwelijks of geen verschil te zien is in golfvorm of CoG, b.v., tussen gewone ademgeluiden en de /h/. Het blijft dan nog steeds moeilijk om de grens tot op minder dan 10 ms te zetten. Daarom blijft informatie uit de golfvorm noodzakelijk voor de vereiste nauwkeurigheid.

Links to this page


© Rob van Son, October 5th, 2000