[ Home | Vorige | Volgende ]

Een huis is maar een huis, en een getal is maar een getal. Veel interessanter wordt als je ee rijtje huizen hebt, dus een straat, of als je een rijtje getallen hebt. Een rijtje getallen heet een vector, en in R maak je die met het commando c:

c(3, 4, 5)
## [1] 3 4 5

Een straat waarin de getallen 3, 4 en 5 wonen!

Het wordt leuker als je het rijtje in een variabele zet:

a = c(3, 4, 5)
a
## [1] 3 4 5

De variabele \(a\) is nu als een straat met drie huizen. Op nummer 1 woont het getal 3:

a [1]
## [1] 3

Op nummer 2 woont het getal 4:

a [2]
## [1] 4

Op nummer 3 woont het getal 5:

a [3]
## [1] 5

Nummer 0 is een spookhuis:

a [0]
## numeric(0)

En nummer 4 lijkt niet te bestaan (NA betekent “not available”):

a [4]
## [1] NA

Kijk ook eens hoe a eruitziet in het Environment-venster.

Je kunt nu allerlei formules loslaten op het rijtje a:

a + 10   # 10 optellen bij elk element
## [1] 13 14 15
a = c(30, 40, 50)
sum (a)   # de som van de drie getallen (alles bij elkaar opgeteld)
## [1] 120
prod (a)   # het product van de drie getallen (alles met elkaar vermenigvuldigd)
## [1] 60000
length (a)   # het aantal elementen van de vector (het aantal huizen in de straat)
## [1] 3

Je kunt de inhoud van een rijtje veranderen:

a = c(3, 4, 5)
a [2] = 11   # op nummer 2 komt nu het getal 11 te wonen
a
## [1]  3 11  5

Je kunt een rijtje sorteren:

b = c(78, 45, 89, 12, 40, 333, 22, 0, -4, 7)
b.sorted = sort (b)
b.sorted
##  [1]  -4   0   7  12  22  40  45  78  89 333

[ Home | Vorige | Volgende ]