De Nederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen nodigt u uit voor een bijeenkomst in Nijmegen met als thema:

(Af-)Lopende Promotieprojecten

Tijd:        vrijdag 15 september 2000, 13.00 uur
Plaats:      Afdeling Taal en Spraak, KU Nijmegen
             Erasmusplein 1
             zaal 18.03
             

Programma:

13.00 Huishoudelijk deel

13.30 Gert Durieux: Computermodellen voor klemtoonsystemen
14.00 Barbertje Streefkerk: Akoestische en Lexicale/Syntactische Correlaten van Prominentie
14.30 Brechtje Post: Wat zijn de intonatiecontouren van het Frans?

15.00 Pauze

15.30 Nick Cremelie: Automatische aanmaak van lexica voor spraakherkenning
16.00 Mirjam Ernestus: De stemhebbendheid van woord-finale obstruenten in het Nederlands
16.30 Esther Klabbers: Segmentele en prosodische verbeteringen aan spraakgeneratie

17.00 Sluiting & borrel


Routebeschrijving

Wanneer u met de trein komt kunt u vanaf station Nijmegen Centraal met de bus (buslijnen richting Brakkenstein, halte Erasmusplein; verder stopt lijn 10 voor de universiteitsbibliotheek) naar het Erasmusgebouw komen. U kunt ook met de trein naar station Heyendaal komen en vanaf daar naar het Erasmusgebouw lopen (10 minuten looptijd).


Samenvattingen lezingen

Gert Durieux: Computermodellen voor klemtoonsystemen

Universitaire Instelling Antwerpen

Klemtoonsystemen zijn uitvoerig bestudeerd binnen de metrische fonologie, wat aanleiding heeft gegeven tot diverse, typologisch goed onderbouwde theorieen over wat een mogelijk klemtoonsysteem uitmaakt. Deze parametrische theorieen hebben ook het denken over de verwerving van klemtoonsystemen diepgaand beinvloed, en vormen het verklarend kader voor een aantal experimentele en longitudinale verwervingsstudies.

In dit praatje wil ik ingaan op wat computermodellen ons kunnen leren over (de verwerving van) klemtoonsystemen. Als uitgangspunt zal ik YOUPIE voorstellen, Dresher en Kaye's implementatie van een parametrische theorie. Na een uiteenzetting over de systeemarchitectuur zal ik een uitvoerige empirische test bespreken, die de mogelijkheden en beperkingen van het systeem aangeeft. Vervolgens worden de resultaten vergeleken met die van een data-gedreven systeem, dat totaal

andere architecturale kenmerken vertoont. Beide systemen worden tenslotte bekeken in het licht van het theoretisch onderscheid tussen 'core grammar' en 'periferie', en getoetst aan resultaten uit de taalverwervingsliteratuur en gegevens over klemtoontoekenning bij pseudo-woorden.

Barbertje Streefkerk: Akoestische en Lexicale/Syntactische Correlaten van Prominentie

Universiteit van Amsterdam

Op grond van 1244 zinnen is de relatie bepaald tussen lexicale/syntactische informatie en prominentie oordelen van naïve luisteraars. Als verwacht zijn bijvoorbeeld de functiewoorden niet of nauwelijks als prominent waargenomen, en de inhoudswoorden meestal als wel prominent. De verschillende woordklassen laten zich globaal ordenen in een glijdende schaal van niet prominent tot meest prominent. Verder is er een samenhang gevonden tussen aantal lettergrepen en prominentie, positie van inhoudswoorden in de zin en prominentie, en combinaties van bepaalde woordklassen en een bepaald prominentie patroon. De gevonden patronen hebben geleid tot een algoritme dat prominentie automatisch voorspelt. Dit algoritme is getest met een onafhankelijke test set van 1000 zinnen uit het zelfde bestand. Voor deze test set is de prominentie voor 75% van de prominente woorden correct voorspeldt. Het ontwikkelde algoritme is van belang voor de spraaksynthese met name voor de verbetering van de intonatie. In mijn onderzoek wordt ook aandacht besteed aan de akoestische correlaten van prominentie zoals toonhoogte, luidheid en duur verschillen. Akoestische correlaten zouden vooral van belang kunnen zijn voor de spraakherkenning, maar ik zal hier waarschijnlijk uit tijdsgebrek niet verder op in kunnen gaan.

Brechtje Post: Wat zijn de intonatiecontouren van het Frans?

Universiteit Cambridge

Hoewel er tamelijk veel onderzoek is gedaan naar de intonatie van het Frans, is men het er niet over eens welke veranderingen in toonhoogte een contrast opleveren. Om vast te stellen wat het inventaris van contrasterende contouren in het Frans is, heb ik experimenteel onderzocht (a) welke vorm veranderingen in toonhoogte kunnen aannemen en (b) waar deze veranderingen voorkomen. Het resultaat is een beschrijving van de tonale structuur van het Frans en de oplijning van deze structuur met de segmentele structuur. In de tonale analyse beperkt een inventaris van twee accenten en vijf grenstonen het aantal contrasterende vormen dat gegenereerd kan worden. De beschrijving van de oplijning tussen de tonale en de segmentele structuur geeft aan welke beklemtoonde lettergrepen een accent kunnen krijgen, en waar de accenten met grenstonen gecombineerd kunnen worden. Hiermee doet het model duidelijke voorspellingen over wat wel en wat niet mogelijk is in het Frans, en dat kan getoetst worden.

Nick Cremelie: Automatische aanmaak van lexica voor spraakherkenning

L&H, Ieper

De huidige systemen voor de herkenning van spraak vertrouwen op een aantal kennisbronnen om hun taak uit te voeren. Eén van die kennisbronnen is het zogenaamde lexicon: dit bevat informatie over de uitspraak van de woorden die de herkenner kan herkennen. Omwille van de eenvoud wordt vaak slechts één enkele uitspraak per woord opgenomen. Deze benadering strookt helemaal niet met de werkelijkheid en kan leiden tot herkenningsfouten. Het lijkt dan ook logisch om uitspraakvarianten van de woorden in het lexicon op te nemen. Twee vragen dringen zich op: hoe kunnen we die varianten bepalen, en hoe kunnen we ze integreren in het herkenningsproces? Het antwoord op beide vragen wordt gegeven door een nieuwe methode, die uitspraakregels automatisch afleidt uit spraakdata en deze toepast op een referentielexicon om woordmodellen met uitspraakvarianten te produceren. De uitspraakregels volgen uit een vergelijking van "hoe heeft de spreker de woorden werkelijk uitgesproken" en "hoe zal hij ze naar verwachting uitspreken". Door de kennis uit spraakdata te puren, kan niet alleen kwalitatieve maar ook kwantitatieve informatie over de uitspraakvariaties verzameld worden. Dit alles resulteert in een uiterst flexibele, geheel automatische methode die het aantal woordfouten van een herkenner met 10 à 20% (relatief) kan terugdringen.

Mirjam Ernestus: De stemhebbendheid van woord-finale obstruenten in het Nederlands

MPI, Nijmegen

Uit de literatuur is bekend dat de stemhebbendheid waarmee een woord-finale obstruent in het Nederlands wordt uitgesproken bepaald wordt door het type segment dat aan de obstruent vooraf gaat, het type segment dat volgt, de aan/afwezigheid van klemtoon en de sexe en stemming van de spreker. Ik beargumenteer dat de beschreven observaties het best verklaard kunnen worden onder de aanname dat woord-finale obstruenten stemhebbend worden uitgesproken als een stemhebbende realisatie gemakkelijker is dan een stemloze en als stemloos als een stemloze realisatie het gemakkelijkst is.

Deze analyse doet het een aantal voorspellingen. Het voorspelt o.a. dat intervocale woord-finale obstruenten in woord-combinaties als "weet ik", "moet het", en "met een" stemhebbend kunnen worden uitgesproken. Een aantal van de voorspellingen zijn getest op basis van een corpus bestaande uit 12 uur spontane spraak gerealiseerd door 16 mannelijke proefpersonen uit het Westen van het land. Het blijkt dat de data uit het corpus de hypotheses bevestigen of in ieder geval niet falsificeren.

De data laten ook zien dat de perceptie van intervocale stops als stemhebbend of stemloos in informeel Nederlands sterk gecorreleerd is met

de lengte van de stops en dat de relatie tussen waargenomen [stem] en stopduur afhankelijk is van de hoogte van de voorafgaande klinker.

Esther Klabbers: Segmentele en prosodische verbeteringen aan spraakgeneratie

IPO, Eindhoven

Deze presentatie geeft een overzicht van mijn promotieonderzoek. Het doel van het onderzoek was om de segmentele en prosodische kwaliteit van spraaksynthese te verbeteren. Hiervoor zijn twee methoden van spraakgeneratie vergeleken: fraseconcatenatie en difoonsynthese. Fraseconcatenatie levert zeer natuurlijke spraak op wanneer rekening wordt gehouden met de gewenste prosodie en de context waarin de eenheden worden opgenomen. Het is echter niet zo flexibel. Difoonsynthese biedt maximale flexibiliteit maar laat qua natuurlijkheid nog wat te wensen over.

In het vervolg van dit onderzoek is gekeken naar twee problemen die de kwaliteit van difoonsynthese beinvloeden. Het eerste probleem is van segmentele aard en betreft het voorkomen van hoorbare discontinuiteiten op difoongrenzen. Er is een vergelijking gemaakt tussen scores van luisteraars en een aantal objectieve spectrale afstandsmaten, om een maat te vinden die hoorbare discontinuiteiten kan voorspellen. Het tweede probleem is prosodisch van aard en betreft het voorspellen van segmentele duren. Met een relatief klein corpus van 297 zinnen, is een nieuwe duurmodule ontwikkeld, die gebruik maakt van de sums-of-products aanpak van van Santen. De nieuwe module presteert iets beter dan de oude regel-gebaseerde module.


Adressen sprekers

============================================================================ 

Gert Durieux
Universitaire Instelling Antwerpen (UIA)        email   durieux@uia.ua.ac.be
Departement Germaanse Taal- en Letterkunde
Universiteitsplein 1 - J 0.05                   Phone   + 32 3 820 27 90
B-2610 Wilrijk                                  Fax     + 32 3 820 27 61

============================================================================ 

Barbertje Streefkerk
Instituut voor Fonetische Wetenschappen (IFA)/IFOTT
Universiteit van Amsterdam                     email    Barbertje.Streefkerk@hum.uva.nl
Herengracht 338
1016 CG Amsterdam, The Netherlands
tel: +31 (0)205252196
fax: +31 (0)205252197

============================================================================

Brechtje Post
Department of Linguistics, University of Cambridge
Sidgwick Avenue, Cambridge CB3 9DA, UK

============================================================================

Nick Cremelie
L&H
Koning Albert I laan 64
B-1780 Wemmel
België

============================================================================

Mirjam Ernestus
MPI
Wundtlaan 1
6525 XD Nijmegen

============================================================================

Esther Klabbers
IPO, Center for User-System Interaction
P.O. Box 513, 5600 MB Eindhoven, the Netherlands
tel: +31 (0) 40 2475259 fax: +31 (0)40 2431930
http://www.ipo.tue.nl/ipo/people/eklabber.html

============================================================================