De Nederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen nodigt u uit voor
een bijeenkomst in Leiden met als thema:
Dyslexie
Tijd: vrijdag 31 maart 2000, 13.30-17.00 uur
Plaats: Centraal Faciliteitengebouw, Cleveringaplaats 1, Leiden
NB 13.30-15.00 zaal 028, 15.00-17.00 zaal 003
(voorzijde station: rechtdoor Stationsweg en verlengde (Steen-
straat) volgen, voorbij plein met rijtje boompjes (linkerhand)
linksaf Blauwpoortsbrug over, rechtsaf en doorlopen tot begin
Rapenburg, rechterzijde gracht nemen, tweede straat rechts
(Doelensteeg) en deze komt uit op de Cleveringaplaats; op de
gevel van het gebouw hangt een bord met "LAK Theater"; zaal 028
en 003 zijn op de begane grond links achterin, tegenover
elkaar)
Programma:
- 13.30 Huishoudelijk deel
- 14.00 Florien J. van Beinum: Dyslexie: een fonetisch probleem?
- 14.30 Cecile Kuijpers: Spraakontwikkeling bij kinderen met een genetisch
risico op dyslexie
- 15.00 pauze
- 15.30 Ellen Gerrits: De spraakperceptie van kin-de-ren en
v-o-l-w-a-ss-e-n-e-n
- 16.00 Pieter Been: Dyslexie en discriminatie van frequentieveranderingen in
spraak: een adaptief resonantiemodel met neurotransmittermetabolisme
- 16.30 Eliane Segers: Aandacht voor formanttransities
- 17.00 Einde en borrel
Samenvattingen lezingen
-
Florien J. van Beinum: Dyslexie: een fonetisch probleem?
Instituut voor Fonetische Wetenschappen, Universiteit van Amsterdam
-
Het nationale onderzoekprogramma Dyslexie (NWO Kennis Verrijkt) is ontwikkeld in
het kader van het meerjarenplan 1997-2001. Omdat het niet zonder meer voor
iedereen duidelijk is wat fonetiek te maken heeft met dyslexie in het algemeen
en wat in het bijzonder de rol is van fonetici binnen het onderzoekprogramma
Dyslexie, zal een algemeen overzicht gegeven worden van de opzet van het
programma en de activiteiten tot nu toe. Daarbij zal vooral ingegaan worden op
die aspecten van het programma waar fonetici met hun onderzoek een bijdrage
(kunnen) leveren.
-
Cecile Kuijpers: Spraakontwikkeling bij kinderen met een genetisch risico op
dyslexie
MPI, Nijmegen
-
geen samenvatting beschikbaar
-
Ellen Gerrits: De spraakperceptie van kin-de-ren en v-o-l-w-a-ss-e-n-e-n
UiL-OTS, Universiteit Utrecht
-
Kinderen nemen spraak waar door, net als volwassenen, verschillende akoestische
kenmerken van het spraakgeluid te integreren tot spraakklanken (Morrongiello et
al, 1984). De manier waarop deze integratie verloopt is bij kinderen echter
anders. Volgens Nittrouer et al. (o.a. 1987) is er een kleiner effect van
spectraal statische informatie (fricatiefruis) op de foneemclassificatie van
kinderen dan op de classificatie van volwassenen. Echter, voor spectraal
dynamische informatie (formanttransities) is het effect omgekeerd: minder
invloed op de classificatie van volwassenen dan op de classificatie van kinde-
ren. Als kinderen ouder worden verschuiven de resultaten in de richting van die
van de volwassenen. Het verschil in weging van statische en dynamische akoesti-
sche informatie door kinderen en volwassenen noemt Nittrouer de "Developmental
Weighting Shift". Volgens het Developmental Weighting Shift model betekenen de
resultaten dat jonge kinderen zich in eerste instantie meer richten op akoesti-
sche informatie op lettergreepniveau, terwijl de perceptie van volwassenen zich
focust op informatie op klankniveau (o.a. Nittrouer, 1992). Jonge kinderen
kunnen volstaan met een globale luisterstrategie om woorden te herkennen, omdat
hun lexicon nog beperkt is. Als het lexicon groter wordt zal er een analytische
luisterstrategie geleerd moeten worden (Nittrouer, 1992; Jusczyk, 1997). Het
huidige onderzoek had als doel de resultaten van Nittrouer te repliceren en uit
te breiden met een plosief-contrast. De classificatie van /sjok-sok/ en /pop-ko-
p/ werd getest bij kinderen van 4, 6 en 9 jaar en bij volwassenen. De resultaten
worden besproken in het kader van de normale spraakontwikkeling en ontwikke-
lingsdyslexie.
-
Pieter Been: Dyslexie en discriminatie van frequentieveranderingen in spraak:
een adaptief resonantiemodel met neurotransmittermetabolisme
CLC, Rijksuniversiteit Groningen
-
Ontwikkelingsdyslexie is een taalstoornis die vaak samengaat met problemen met
foneemsegmentatie. Deze problemen zouden kunnen worden veroorzaakt door een
spraakperceptiestoornis. In minstens zes onderzoeken is gebleken dat dyslectici
een afwijkend patroon laten zien in de discriminatie en identificatie van
medeklinker-klinkerparen zoals /ba/-/da/. De vroege ontwikkeling van spraakdis-
criminatie is inmiddels onderwerp van onderzoek in ontwikkelingsstudies waarin
wordt gezocht naar vroege predictoren voor dyslexie (NWO-programma Dyslexie,
1996; Leppanen & Lyytinen, 1997; Molfese & Molfese, 1997; Richardson, 1998).
Voor het NWO-programma Dyslexie is een stimulusset voor het Nederlandse
taalgebied ontwikkeld (Schwippert, 1998; Koopmans-van Beinum, Schwippert &
Kuijpers, 1998). Qua fysiologie zijn er aanwijzingen voor afwijkingen in het
brein van dyslectici op corticaal en subcorticaal niveau (thalamus). In dit
verband is van belang dat bij autopsieen afwijkende neuronenconcentraties
gevonden zijn in de bovenste lagen van de cortex: zogenaamde ectopieen. Met
behulp van dynamische modellen van interacterende groepen neuronen kan fysiolo-
gie aan gedrag worden gerelateerd. Een model van dit type, dat is toegesneden op
discriminatie bij spraakperceptie (Grossberg, Boardman & Cohen, 1997) kan de
gevonden verschillen tussen dyslectici en controleproefpersonen in een aantal
onderzoeken op dit gebied reproduceren door de modelparameter voor neurotrans-
mittermetabolisme per groep verschillend in te stellen. Een verschillend
neurotransmittermetabolisme bij dyslectici kan het gevolg zijn van ectopieen.
Zowel verschillen in gedragsdata als opgwekte potentialen lenen zich voor deze
benadering.
- Grossberg, S., Boardman, I. & Cohen, M. (1997) Neural dynamics of variable rate
speech categorization. Journal of Experimental Psychology: Human Perception and
Performance, 23, 418-503.
- Koopmans-van Beinum, F.J., Schwippert, C.E. & Kuijpers, C.T.L. (1999) Speech
perception in dyslexia: measurements from birth onwards. In: Proceedings of the
5th international conference on spoken language processing. Sydney.
- Netherlands Organization for Scientific Research (NWO) (1996) Identifying the
Core Features of Developmental Dyslexia: A Multidisciplinary Approach.
- Leppanen, P.H.T. & Lyytinen, H. (1997) Auditory event related potentials in the
study of developmental language-related disorders. Audiology Neuro-Otology, 2,
308-340.
- Molfese, D.L. & Molfese, V.J. (1997) Discrimination at five years of age using
event-related potentials recorded at birth. Developmental Neuropsychology, 13,
135-156.
- Schwippert, C.E. (1998) Categorical perception in dyslexic and normal-reading
adults. Institute of Phonetic Sciences. University of Amsterdam. Report 135.
-
Eliane Segers: Aandacht voor formanttransities
Sectie Orthopedagogiek: Leren en Ontwikkeling, Katholieke Universiteit Nijmegen
-
Tallal en Stark (1981) tonen aan dat kinderen met ernstige taal- en spraakpro-
blemen moeite hebben om CV-syllabes waarbij de consonant een plofklank is, van
elkaar te onderscheiden. Volgens Tallal hebben de kinderen een centraal auditief
verwerkingsprobleem, waardoor ze moeite hebben met snelle formanttransities.
Tallal et al. (1996) en Merzenich et al. (1996) beschrijven een algoritme waarin
spraak wordt vertraagd en snelle formanttransities tot 20dB versterkt worden.
Bij dit algoritme zijn allerlei computerspelletjes ontwikkeld, gericht op het
uitbreiden van metalinguïstisch bewustzijn. Deze spelletjes zijn verzameld in de
uitgave Fast ForWord. Kinderen werden tot 60 uur getraind met deze spelletjes.
De spraak was gemanipuleerd met het algoritme. De kinderen uit deze experimenten
toonden een grote vooruitgang, o.a. op discriminatievaardigheden. In geen van de
eerdere experimenten van Tallal of Merzenich zijn de verschillende componenten
van het algoritme afzonderlijk getest. Tevens is nooit aangetoond welke onderde-
len van Fast ForWord voor de grote vooruitgang zorgen. De spraakmanipulatie is
slechts een onderdeel van dit programma. In de lezing van vandaag beschrijf ik
twee experimenten. Het eerste experiment gaat de invloed van de onderdelen van
het spraakmanipulatie-algoritme na op de discriminatievaardigheden van kleuters
met en zonder ernstige taal- en spraakproblemen. De kleuters kregen discrimina-
tie-oefeningen met normale spraak, vertraagde spraak, spraak waarbij snelle
formanttransities versterkt was en een combinatie van vertraagde en versterkte
spraak. Er deden 45 kleuters mee aan het experiment. In het tweede experiment
werden kleuters met ernstige taal- en spraakproblemen getraind met een computer-
programma dat gericht is op de ontwikkeling van metalinguïstisch bewustzijn.
De kinderen werden verdeeld in drie groepen van elk 12 kinderen. Een groep kreeg
training met normale spraak, een groep met gemanipuleerde spraak en een groep
(de controlegroep) kreeg woordenschattraining. Voor- en natesten werden gebruikt
om leereffecten zichtbaar te maken.
- Merzenich, M. M., Jenkins, W. M., Johnston, P., Schreiner, C., Miller, S. L., &
Tallal, P. (1996). Temporal processing deficits of language-learning impaired
children ameliorated by training. Science, 271(5245), 77-81.
- Tallal, P., & Stark, R. E. (1981). Speech acoustic cue discrimination abilities
of normally developing and language-impaired children. Journal of the Acoustical
Society of America, 69, 568-574.
- Tallal, P., Miller, S. L., Bedi, G., Wang, X., Nagarajan, S. S., & et al.
(1996). Language comprehension in language-learning impaired children improved
with acoustically modified speech. Science, 271(5245), 81-84.