[ Home | Vorige | Volgende ]

De vooruitgang van de 4 proefpersonen in Lotte’s studie vergeleken we met 0. Binnen de nulhypothese moesten we een schatting van 1 parameter maken, namelijk de standaarddeviatie (we hoefden geen schatting te maken van het gemiddelde, want onder de nulhypothese had dat een vaste waarde, namelijk 0). Er bleven daardoor 3 getallen over waarin de proefpersonen vrij konden variëren.

Voor de laatste toets op de onafhankelijke groepen, met 11 deelnemers, moesten we binnen de nulhypothese een schatting van 2 parameters maken: het gemiddelde van de groepen samen (niet van de groepen apart, want volgens de nulhypothese zijn de gemiddelden gelijk), en de standaarddeviatie (die in beide groepen gelijk werd verondersteld). Blijven over: 9 vrijheidsgraden. Voor de eerste toets op de onafhankelijke groepen moesten we een schatting van 3 parameters maken, namelijk het gemiddelde van de groepen samen en de beide standaarddeviaties van de groepen apart, en dus bleven er maar 8 vrijheidsgraden over.

Die “df” zal wel een beetje mysterieus blijven…

[ Home | Vorige | Volgende ]