[ Home | Vorige | Volgende ]

Je kunt staafdiagrammen maken met barplot:

barplot (c(5, 6, 18))

Natuurlijk wil je een label zetten bij elk staafje. Daarvoor moet je weten dat barplot een matrix teruggeeft met de plaatsen van de staafjes:

plekken = barplot (c(5, 6, 18), plot=FALSE)
plekken
##      [,1]
## [1,]  0.7
## [2,]  1.9
## [3,]  3.1

Die plekken kun je gebruiken in het commando axis, dat teksten of getallen langs een as van het plaatje zetten kan:

plekken = barplot (c(5, 6, 18), col = c("red", "yellow", "blue"))
axis (1, at = plekken, labels = c("NS", "HS", "L2"))

Het eerste argument van axis is hier 1, hetgeen betekent dat de teksten onderaan het plaatje komen.

Als je barplot niet een vector geeft maar een matrix, kun je een hiƫrarchisch staafdiagram maken (rbind maakt hier een matrix met twee rijen):

plekken = barplot (rbind (c(3, 4, 5), c(5, 6, 18)), beside = TRUE)
axis (1, at = plekken, labels = c("a1", "b1", "a2", "b2", "c1", "c2"))

[ Home | Vorige | Volgende ]