En 't tweede verhaaltje ging over uh jorinde en joringel. En uh. En zij zouden gaan trouwen en zij waren aan 't wandelen in 't bos. En in 't bos stond 'n kasteel en daarin woonde 'n heks. En overdag veranderde ze zich wel 'ns in 'n kat of in 'n uil. Maar 's avonds was dan ze weer 'n uh 'n gewoon mens. En zij betoverde mensen als ze in de buurt van 't kasteel kwamen. Dan uh dan konden ze niet verder lopen en dan stonden ze als versteend. En als 'r een mooi meisje in de buurt uh van 't kasteel kwam dan betoverde ze dat meisje en dan veranderde ze haar in 'n vogel. En dan werd dat meisje in 'n vogelkooitje gestopt. En zo had die heks dus al zevenduizend kooitjes daar staan. Dus toen jorinde en joringel in dat bos gingen wandelen toen zei joringel nog van nou pas op we moeten niet te dicht uh in de buurt komen van dat kasteel. Maar ze verdwaalden toch en ze voelden zich ook 'n beetje uh verdrietig worden en gingen allebei klagen. En uh opeens gebeurde 't toch dat uh. dat ze 'n uil zagen en dat die in de bosjes verdween. En dat daar 'n geel en mager oud vrouwtje uit de bosje tevoorschijn kwam. En joringel die stond toen als verstijfd en kon niet meer praten niet meer huilen die kon niks meer doen. En jorinde werd betoverd in 'n nachtegaal en die werd meegenomen door de heks. Dus joringel was heel verdrietig. Maar hij smeekte de heks nog om uh zijn jorinde terug te geven maar de heks wilde niet uh naar hem luisteren. Dus joringel ging weg en hij werd in 'n vreemd dorp werd hij hoedde hij de schapen. En op 'n nacht had joringel 'n droom. Dat ie 'n uh fel rode bloem vond met 'n parel in 't midden. En dat ie met die bloem uh dingen kon betoveren en dat ie uh daarmee ook zijn jorinde weer uh teruggekregen had. Dus de volgende morgen ging die meteen op zoek naar die bloem. En uh had daar dagen nachten voor gelopen. En uh toen heeft ie die bloem gevonden dus toen is ie meteen weer uh dagen en nachten teruggelopen naar dat kasteel. En toen bij 't kasteel aangekomen bleek dat ie inderdaad niet verstijfd werd maar dat ie gewoon naar de deur door kon lopen. En dat als ie met die bloem op de deur tikte dat de deur zelfs open ging. Dus toen was ie binnen. En hij dacht waar zouden de vogels zijn en. Hij hoorde de uh vogels fluiten dus daar ging hij naar toe. En daar was de heks ook want die was net de vogels aan 't voeren. Dus die heks werd heel erg boos. Maar uh ze kon joringel niks doen omdat die de bloem bij zich had. Maar ja er zaten heel veel nachtegalen ook daar dus joringel kon eigenlijk niet zien welke nou jorinde was. Maar toen zag ie dat de heks stiekem 'n kooitje wegpakte en daarmee naar de deur liep. Dus toen liep ie snel met z'n bloem op de uh heks en 't kooitje af. En uh toen raakte hij met de bloem. Dat aan. En toen had ie uh zijn jorinde weer terug. Dus hij was heel erg blij en hij zorgde 'r ook nog voor dat alle andere meisjes weer uh, dat alle andere vogels weer omgetoverd werden in meisjes. En toen ging ie uh met z'n jorinde weer weg. En ze leefden nog lang en gelukkig.